Stap 2: Breng de beginsituatie in kaart

10 000 stappen

Voor je tot actie overgaat, moet je eerst jouw organisatie onder de loep nemen. Dat is cruciaal.

Bepaal jullie noden en behoeften en ontdek jullie sterke en zwakkere punten. Die informatie helpt je te bepalen waar je naartoe wil.

Dat kan je door:

  • de uiteindelijke doelgroep van het 10.000-stappenproject te analyseren;
  • de doelgroep te vragen wat hun behoeften en verwachtingen zijn (bv. via een vragenlijst);
  • de beschikbare infrastructuur, de omgeving van de organisatie of het bestaande bewegingsaanbod na te gaan om 10.000 stappen te versterken (bv. wandelpaden, openbaar vervoer, douchemogelijkheden, fiets- of stapvergoeding …).

Organiseerden jullie vroeger ook al acties? Dat is interessant! Breng in deze stap ook de vroegere en huidige acties rond beweging in kaart. Hiervoor kan je de gezondheidsmatrix van Gezond Leven gebruiken. Zo kan je oude acties nieuw leven inblazen voor een quick win. Welke lessen trokken jullie toen uit die acties?

Eens je alle info hebt verzameld en de gegevens geanalyseerd, kan je ze verwerken in een verslag. Gebruik dit verslag om in de volgende stap acties te bedenken en af te toetsen.

Analyse door gemeenten

Een overzicht van beschikbaar cijfermateriaal rond gezondheid (burgerzaken, omgeving/natuur, mobiliteit, wonen, vrije tijd, welzijn/armoede …) van jouw stad of gemeente vind je in deze gids. Met deze info kan je een algemeen gemeenteprofiel opstellen.

De partners uit verschillende beleidsdomeinen (bv. jeugd, ouderen) en externe partners (bv. wijkgezondheidscentra, welzijnsorganisaties …) kunnen concreter aangeven welke doelgroepen zij bereiken en welke specifieke behoeften deze doelgroepen hebben.

Extra aandacht voor kwetsbare groepen is hierbij belangrijk. Daarvoor moet je acties organiseren die inclusief zijn, dus voor iedereen. Bied geen programma aan dat zich alleen richt op een specifieke doelgroep. Integendeel. Zorg net dat ook maatschappelijk kwetsbaren terechtkunnen in het bestaande beweegaanbod. Maak het daarom toegankelijk en laagdrempelig. Extra inspanningen kunnen nodig zijn om personen in kwetsbare situaties te bereiken, zoals persoonlijk contact, het vertalen van info …

Hoe weet je nu of je acties of activiteiten laagdrempelig genoeg zijn en dus toegankelijk voor iedereen? Dat kan je checken met behulp van de acht B’s: bruikbaarheid, betaalbaarheid, bereikbaarheid, beschikbaarheid, begrijpbaarheid, bekendheid, betrouwbaarheid en begrip.

Meer informatie over de acht B’s vind je ook binnen ‘Bewegen Op Verwijzing’ en ‘Kwispelstappers’.

Analyse door ondernemingen

De werksituatie en taken van de werknemers (= takenprofiel) bepalen in grote mate het succes dat het 10.000-stappenproject zal hebben in jouw onderneming. Want het takenprofiel bepaalt welke flexibiliteit jouw medewerkers hebben om op het werk te bewegen. Je kan jouw werknemers situeren in een van volgende vijf profielen:

De focus van het project kan liggen op 4 verschillende contexten waarbinnen de werknemers kunnen bewegen. Afhankelijk van het profiel van jouw werknemers kan je de focus van het 10.000-stappenproject aanpassen of combineren op maat:

  1. Meer bewegen ‘op het werk’ Bv.: Trap nemen in plaats van de lift of roltrap, bewegingstussendoortjes, wandelend vergaderen, lunchwandelen …
  2. Meer bewegen ‘door actieve verplaatsing’ Bv.: Te voet of met de fiets naar werk/winkel/familie, openbaar vervoer nemen, …
  3. Meer bewegen ‘in de vrije tijd’ Bv.: Spelen met de kinderen, wandelen, fietsen, sporten …
  4. Meer bewegen ‘in de thuisomgeving’ Bv.: Klussen, huishouden, tuinieren …

Zo zal personeel met zittend werk en flexibiliteit eerder aangezet kunnen worden om meer te bewegen op het werk. Personeel met staand werk zonder flexibiliteit daarentegen kunnen gemotiveerd worden om meer te stappen van en naar het werk, in de vrije tijd én in de thuisomgeving. Personeel met fysiek actief werk kunnen dan weer ontspanning halen uit bewegen in de vrije tijd (bv. wandelen met gezin, in de natuur …).